Armonea zet de bewoner centraal 
met C-Me

Woonzorgcentrumspeler Armonea wil haar bewoners via ‘C-Me’ (See Me/Zie Mij) een persoonsgerichte ervaring bieden. Zo kunnen mensen zo veel mogelijk de regie over hun eigen leven in handen houden. Een evidentie, zo lijkt het, maar dat is het vaak niet. “Alles begint met écht luisteren naar de bewoners.” 

Livien Troch, 91 lentes, is een man met een verhaal. Een open boek, ook. Wanneer we zijn kamer betreden, zien we aan de muur de jonge versie. Een knappe, gespierde wielrenner met heel snelle benen, in zwart-wit. Vele foto’s verwijzen naar zijn ondertussen lang vervlogen wielercarrière. Voor de wielerfans onder jullie: deze man won de Omloop Het Volk en Gent-Wevelgem, en vele andere koersen. Hij haalt zijn knipselmap boven met vergeelde krantenartikelen. “Een boerken uit Wetteren, zo schreven ze over mij, maar ik won wel vaak”, lacht de man die nog met Rik Van Steenbergen koerste. 

Even later zit hij op ‘zijn’ hometrainer, waar hij nog dagelijks zijn kuiten boetseert, in de groene trui en mét koerspet. De fotograaf is in zijn nopjes, wij ook. Deze man straalt levenslust uit. Opeens wordt hij heel ernstig. “Het was de bedoeling dat mijn vrouw en ik samen naar dit woonzorgcentrum zouden komen, maar ze stierf kort voordien. Ik heb veel gedronken, maar sinds ik hier ben, raak ik geen druppel meer aan.” 

Voor we afscheid nemen, zegt hij nog: “Schrijf maar op dat ik hier heel gelukkig ben. Ze dragen echt zorg voor ons.” 

In trialoog

Even voordien deden ook Isabel De Coessemaeker, directeur van het woonzorgcentrum Armonea Overbeke in Wetterenen en Emmanuel Stockman, directeur Quality bij Armonea, hun verhaal. Over C-Me, een nieuwe aanpak die de bewoner centraal stelt met een persoons-gerichte ervaring. Je zou het innovatief of vernieuwend kunnen noemen – en dat is het wellicht ook in de wereld van woonzorgcentra – maar eigenlijk zou het de normaalste zaak van de wereld moeten zijn. Alleen is het dat niet: door onze ietwat verouderde of bekrompen kijk op ouderen of door een tekort aan handen, vul zelf maar in.   

Emmanuel: “Persoonsgericht werken is inderdaad op zich niets nieuws. De kunst is om het in de praktijk te brengen. C-Me vloeit voort uit Armonea Experience, waarbij we via een aantal pijlers de bewoners een thuis en beleving wilden geven. Tijdens de coronacrisis was het opeens alle hens aan dek om de basisveiligheid van de bewoners te waarborgen. Nadien wilden we echt naar de essentie gaan om een persoonsgerichte aanpak (opnieuw) mogelijk te maken. Dit gaat breder dan zorg. We willen evolueren van woonzorgcentra naar woonleefhuizen met zorg. Het juiste taalgebruik is ongelooflijk belangrijk. Bejaarden of dementerenden, dat klinkt toch heel pijnlijk?” 

“Hoe doen we dat? Door te luisteren naar het levensverhaal van die bewoner en samen mét hen, hun familie en medewerkers – in trialoog dus – doelen te bepalen die elke zes maanden geëvalueerd worden. We hebben al veel info over onze bewoners via bestaande templates. Wat doet de bewoner graag? Wat betekent een fijne dag voor hem? Wat eet hij graag? Wat waren zijn interesses en gewoonten in het verleden en hoe kunnen we dit vandaag integreren? Welke activiteiten wil hij doen? De een wil graag eens naar de zee, de ander wil een voetbalmatch zien van AA Gent. Maar ook: hoe wil de bewoner liever niet benaderd worden? Simonne is geen fan van activiteiten, maar ze houdt enorm van dieren. In haar kamer staat een mand met krabpaal, zodat ze elke dag het gezelschap van haar poes heeft. Camilla is graag alleen, maar als naaister retoucheert ze kledij van onze medewerkers. Ze voelt zich fier dat ze zo het verschil kan maken en het stimuleert haar zelfredzaamheid. Je moet vooral heel goed luisteren naar je bewoners.” 

Hoe brengen ze die levensverhalen letterlijk in kaart? Emmanuel: “We wilden geen lijst van dertig pagina’s, want dat leest niemand. Met een one pager gaan we in gesprek met de familie en de bewoner. Dat start al bij het eerste contact en de eerste rondleiding. Elke nieuwe bewoner krijgt een peter en meter; een werknemer uit de zorg en een werknemer uit de ‘co-care’, een schoonmaker van de kamers of van de keuken. Zo maken we de verbinding met het hele huis. Zij verspreiden de info over de bewoner verder onder de collega’s. Zo leggen we ook het eigenaarschap bij onze medewerkers.”

“We willen evolueren van woonzorgcentra naar woonleefhuizen met zorg”
– 
Directeur Quality Emmanuel Stockman

“Meestal zijn het familieleden die het woord voeren tijdens het eerste opname-gesprek want de bewoner is vaak nog in het ziekenhuis of thuis”, vult Isabel aan. “Na de eerste zes weken zitten we opnieuw aan tafel, samen met de bewoner, de familie en de medewerkers, de arts, de peter en de meter.  Dan komt hun levensverhaal al vaak naar boven. In het zorgdossier wordt alle info netjes bijgehouden.” 

Visualiseren is beleven

Volgens Emmanuel kan je ook hun vroegere levenswandel een stukje integreren in de dagelijkse werking van het woonzorgcentrum (richt zich tot de journalist). “Jouw grootvader was taxichauffeur en ceremoniemeester. Misschien zou hij een rol kunnen gespeeld hebben in het begeleiden van andere bewoners naar een activiteit. Of een oud-postbode kan de post rondbrengen. Livien zet graag de kannetjes koffie op de tafel voor zijn medebewoners. Als je weet wat ze vroeger deden kan je zoveel gemakkelijker linken leggen in gesprekken. We visualiseren ook zeer veel. In de kamer van Livien zie je koerstruitjes, bekers, affiches en vele foto’s.”  

Armonea Overbeke heeft een mascotte, een merel die op elke verdieping van het woonzorgcentrum opdruikt met ludieke, korte boodschappen over de bewoners. Op het gelijkvloers bevindt zich de centrale ontmoetingsplaats voor familie en bewoners. We spotten een geschilderde boom op een van de muren. Op de boom plakken foto’s die de wensactiviteiten tonen van de bewoners: van een bezoekje naar zee over een ritje met de duofiets tot een spelletje petanque. “Het zijn geen zotte wensen die onze bewoners vragen”, weet Isabel. “Ze willen niet meteen uit een vliegtuig springen. Met de familie een keer gaan eten of eens naar het kerkhof gaan, dat soort zaken. Maar we zullen in de toekomst moeten
inspelen op de volgende generaties. Bingo als vrijetijdsbesteding gaat er uit, vrees ik. Ook qua maaltijden staan we voor een revolutie.” 

De eerste indruk telt

Een verhuis naar een woonzorgcentrum is heel ingrijpend. Emmanuel: “Nieuwe bewoners verlaten hun vertrouwde thuis, vaak met een eigen tuin of huisdieren. Ze laten hun hebben en houden achter en komen naar een ‘kamertje’ in een woonzorgcentrum. Net die perceptie willen we kenteren, zodat zowel familieleden, bewoners als medewerkers dit als een woning gaan zien. Om de gewenning vlotter te laten verlopen, is empathie cruciaal. Ook andere bewoners kunnen een rol spelen als ontvangstpersoon. Livien is zo iemand die ervoor zorgt dat mensen zich meteen thuis voelen. We spreken ook bewust niet over een ‘opname’ maar wel over een onthaal of verhuis.”

“Die allereerste dag is heel belangrijk”, vult Isabel aan. “Als nieuwe bewoners snel contact kunnen leggen met een mede-bewoner, zijn ze vertrokken. Uiteindelijk zijn het allemaal lotgenoten en vaak zijn ze hier niet uit vrije wil maar komen ze vanuit een ziekenhuis.”

Op de beschermde afdeling, waar mensen met (vergevorderde) dementie verblijven, is het nog belangrijker dat de familie sterk betrokken wordt. Isabel: “Bij een van onze bewoners met vergevorderde dementie hebben we nu drie keer per week telefonisch contact met de vier kinderen om de situatie te bespreken. Om de zes weken zitten we ook samen.” 

Hard werken voor warm resultaat

De C-Me aanpak wordt uitgerold in alle 73 woonzorgcentra van Armonea, in Vlaanderen en Wallonië. Isabel: “Door te begrijpen wat elke bewoner verlangt, kunnen we beter inspelen op hun behoeften en voorkeuren. Misschien wenst de ene persoon om 7.30 uur ‘s ochtends op te staan en het ontbijt op de kamer te gebruiken, terwijl een ander liever tot 9.00 uur wacht en in het restaurant ontbijt. We hebben een doorlopend ontbijt tot 9.30 uur. Sommigen zitten nog in badjas, anderen zijn al gewassen. Een persoonsgerichte aanpak die zo aanvoelt, is altijd het resultaat van veel communicatie en organisatie binnen de teams van elk huis, beklemtoont Emmanuel: “Die warme visie implemen-teren is wel werken, hè. Maar wanneer medewerkers een bewoner écht leren kennen en weten wat belangrijk is voor die persoon, kunnen we hem of haar een goede dag bezorgen. Omgekeerd brengt het ook rust en duidelijkheid en wordt het boeiender voor onze zorgkundigen. Omdat ze zich betrokken voelen, komen ze liever naar hun werk. Waarom kies je tenslotte voor de zorg? Om een verschil te maken voor de bewoner. In een woonzorgcentrum kan je echt een relatie uitbouwen met die bewoner.” 

Is het tekort aan medewerkers geen rem op zo’n persoonsgerichte aanpak? Isabel: “We kampen vooral met een tekort aan verpleegkundigen, zorgkundigen vinden we gelukkig voldoende.”

“Door te begrijpen wat elke bewoner verlangt, kunnen we beter inspelen op hun behoeften en voorkeuren” – Directeur Armonea Overbeke Isabel Coessemaeker

“Maar de tekorten die we vandaag zien in de zorg, dat is nog maar het topje van de ijsberg”, vult Emmanuel aan. “Projecties tonen aan dat het tot 2050 bijzonder moeilijk zal zijn door de dubbele vergrijzing en pensionering van de ‘babyboomers’. Maar laat ons alsjeblieft een genuanceerde beeldvorming brengen. Daarnaast zal technologische innovatie ervoor zorgen dat er meer ruimte vrijkomt voor die warm-menselijke zorg. We moeten de admini-stratieve overlast beperken zodat we meer tijd vrij krijgen voor echte zorg.” 

Emmanuel heeft nog één bedenking voor ieder van ons. “We denken te weinig na over die laatste levensfase wanneer alles nog goed loopt. Op een gegeven moment moet iedereen zich de vraag stellen: wat als mijn partner wegvalt, wat als mijn gezondheid achteruitgaat … Het kan geen kwaad om al op verkenningstocht te gaan. Als je een huis koopt, ga je toch ook niet over één nacht ijs?” 

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je graag op de hoogte blijven van het laatste nieuws bij
Dag v/d Zorg? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief.