Een innovatief pleidooi  voor
gezondheidspromotie en ziektepreventie

UZ Brussel wil een lans breken voor preventieve geneeskunde met ‘haar’ Brussels Universitair Gezondheidshuis, een nieuw innovatief pilootproject dat inzet op gezondheid promoten en ziekten voorkomen. “Dat gaat inderdaad in tegen ons businessmodel, maar wij zijn altijd al ‘gewoon anders’ geweest”, vertellen innovatiemanager Sonia Van Dooren en CEO Marc Noppen in koor. 

Ruim tien jaar geleden las Marc Noppen, CEO van UZ Brussel, in een landmark paper van de Amerikaanse econoom en disruptie–goeroe Clayton Christensen deze zin: In order to survive hospitals will have to be innovative.  “Omdat zowel de maatschappij, de gezondheidszorg als de ziekenhuizen continu aan verandering onderhevig zijn, moet je innovatief veranderen om niet te sterven”, steekt de CEO van wal. “De ziekenhuiswereld is van nature een erg conservatieve wereld. In tegenstelling tot vele hoeraberichten over nieuwe medische doorbraken is het heel moeilijk om gewoontes te veranderen in die medische wereld. Artsen zijn nu eenmaal getraind om heel voorzichtig met risico’s om te gaan. Dat komt dikwijls in het voordeel van de patiënt uit, maar het duurt daardoor ook gemiddeld ruim tien jaar voor een nieuwe richtlijn breed wordt toegepast.” 

Volgens Noppen zouden ziekenhuizen (net als andere ondernemingen)  zo’n zeventig procent van hun tijd en middelen besteden aan het continu beter maken van wat ze vandaag al doen, procesverbetering dus. “Deze incrementele innovatie is broodnodig en daar zijn we onder het wateroppervlak continu mee bezig, maar dat is natuurlijk niet cool om de media mee te halen. Wat meer in de schijnwerpers komt, zijn het invoeren van echt nieuwe zaken – maar die elders al worden toegepast (20 procent) en disruptieve innovaties (10 procent), dat wil zeggen zaken die absoluut vernieuwend zijn en nog nergens anders gebeuren. De drie types van innovatie zijn belangrijk voor een ziekenhuis en vinden parallel plaats. Daarvoor moet je wel een kader creëren opdat mensen de vrijheid en de goesting hebben om nieuwe dingen te proberen en om te falen, want de meeste innovaties mislukken nu eenmaal. In UZ Brussel zien we de medische en ondersteunende diensten minstens twee keer per jaar om hen te bevragen naar nieuwe ideeën, medische ontwikkelingen maar evengoed innovatieve zorgprocessen. Eigenlijk moet je jezelf regelmatig in vraag stellen: waarom doen we de dingen zoals we ze doen?”

Preventie verzoenen met wetenschap

De CEO komt zelf uit de praktijk als longarts met ruim twintig jaar ervaring. “Jezelf in vraag stellen, is niet iets wat bij iedereen even hard aanwezig is, en dan druk ik me zacht uit. Je moet top-down laten zien dat dit belangrijk is voor een ziekenhuis. Nu, je hebt altijd tien procent ‘trekkers’ of pioniers, tien procent ‘halfdoden’ en tachtig procent volgers. Hoe aanstekelijker een nieuw idee is, hoe sneller het ingang zal vinden.”

Een pilootinnovatie die heel aanstekelijk klinkt, is het Brussels Universitair Gezondheidshuis, dat gebouwd moet worden op de fundamenten van UZ Brussel. Marc: “Het idee is zeker disruptief, en dat heeft veel te maken met de ‘perversie’ van ons geneeskundig model. We zijn heel goed geworden in het repareren van wat kapot gaat aan een mens, maar we zijn – tenminste zeker als ziekenhuis – quasi niet bezig met het voorkomen dat het fout loopt met het menselijk lichaam en geest. In een ingewikkelde zorgarchitectuur met verschillende bevoegdheidsdomeinen, ministers en financiële silo’s, is het zeker niet evident dat een ziekenhuis zich gaat ontfermen over gezondheid(spromotie), in die zin is het zeker transformationeel.”

“Via bloedanalyse in het labo gaan we biomerkers identi­ficeren die diabetes, cardiovasculaire of andere gezondheidsproblemen kunnen voorspellen” – Innovatiemanager Sonia Van Dooren

Innovatiemanager Sonia Van Dooren ziet een enorme contradictie. “Er is rond preventie weinig of geen regelgeving, terwijl die in de medische gezondheidszorg (cure) net enorm sterk is. Er is ook nauwelijks of geen regelgeving op vlak van wie aan preventie mag doen. Velen volgen een korte opleiding tot gezondheidscoach maar hebben vaak weinig of geen basis in de gezondheidszorg.”

Marc (vult aan): “Wij willen dat op een wetenschappelijk onderbouwde en correcte manier aan gezondheidspromotie en ziektepreventie doen, op basis van objectieve gegevens en parameters die we opvolgen bij een aantal mensen die we gaan begeleiden naar een gezonder leven. Om de twee jaar heb je een dieetgoeroe die in de krant komt met een ‘visionair’ dieet dat zelden een solide wetenschappelijke basis heeft, en dat geldt voor veel domeinen, denk ook aan slaapgezondheid. Er zijn nu vele gezondheidscoaches zonder degelijke basisopleiding.  Wij hebben ook geen toverstok, maar we willen een holistische benadering van gezondheid nastreven – op een wetenschappelijk gefundeerde manier – zodat we op termijn minder mensen moeten opnemen die we moeten verlossen van aandoeningen als gevolg van slechte leefgewoonten.”

Druist dat niet in tegen de businesscase van hun ziekenhuis? “Ja, dat druist in tegen ons businessmodel, maar om onze gezondheidszorg op termijn te kunnen behouden en betaalbaar te houden, moet onze bevolking gezonder worden, want op de meeste statistieken scoren we op dat vlak zeer middelmatig. Leading by example, dus. Als we dit niet doen, rijden we vroeg of laat tegen de muur met ons allen.”

Meer gezonde mensen betekent minder druk op onze gezondheidszorg, dat bleek overduidelijk tijdens de coronapandemie. “Tijdens de covidcrisis heeft UZ Brussel meer dan 5.000 patiënten opgenomen. Diegene die op IZ zijn beland en uiteindelijk overleden, waren gemiddeld zwaarder, hadden meer diabetes en onderliggende hart- en vaataandoeningen dan wie niet op IZ is beland. Ik nam toen contact op met een aantal huisartsenkringen uit de omgeving met de boodschap dat een slechte basisgezondheid mee verantwoordelijk was voor een deel van de covidoverlijdens. De gemiddelde huisarts zei me echter dat ze te weinig tijd hebben om zwaar te investeren in preventie. Er is dus nog een vacuüm.
Sommige wijkgezondheidscentra maken daar al wel werk van, via hun multidisciplinaire aanpak. Alle medisch geschoolde mensen, zoals kinesisten, moeten ook de kans krijgen om tijdens hun loopbaan nieuwe opleidingen in preventie te volgen, via wetenschappelijk onderbouwde modules.”

“Eigenlijk moet je jezelf regelmatig in vraag stellen:
waarom doen we de dingen zoals we ze doen?” –
CEO Marc Noppen

Graag terugbetaling a.u.b.

Nauwelijks twee procent van het Vlaamse gezondheidsbudget gaat nu naar preventie, daarmee scoren we Europees slecht.  Sonia: “Via een wetenschappelijke aanpak willen we onze overheid overtuigen dat er in de nabije toekomst meer terugbetaling voor preventie komt. Maar met een aantal goeroes die jou of mij op een vrije markt allerlei middelen aanbieden die niet wetenschappelijk gevalideerd zijn, zullen we de overheid terecht nooit kunnen overtuigen om meer te investeren in preventie. Laat ons dus evidence based starten, en nadien, in co-creatie met bedrijven bijvoorbeeld, verder innoveren.”  

Marc Noppen wil preventie ook uit de pure preventiesfeer weghalen. “Preventie klinkt nog heel medisch en dan bots je al snel op ‘eigendom’. Wie moet het gaan doen: de huisartsen, wijkgezondheidscentra, thuisverpleegkundigen …? Preventie is ook een langetermijn verzekeringsbusinessmodel: we geven nu (een beetje) geld uit om binnen x jaar de vruchten te plukken. Een politieke legislatuur duurt vier tot zes jaar, dat lijkt te kort om die langetermijnvruchten te plukken. Maar dat is een foute inschatting, want de effecten van preventie zie je binnen één legislatuur en soms al na zes maanden, zoals bij rokers die gestopt zijn. Daar zie je na zes maanden al minder hospitalisaties, en dat brengt dus geld op. In preventie zit ten slotte ook screening en vaccinatie, maar wij willen echt de nadruk leggen op gezondheidspromotie, en die promotie heeft voor een groot deel te maken met psychologie, gedrag en leefgewoontes. Die kan je het best beïnvloeden met ‘nudging’ (mensen sturen richting gewenst gedrag via maatschappelijke maatregelen, red.). Waarom dragen we onze veiligheidsgordel? Niet omdat onze linkerhersenhelft weet dat dit veiliger is, maar omdat onze amygdala dat ellendig getuut niet kan verdragen als we onze gordel niet dragen. We moeten dus veel meer inzetten op maatschappelijk gedrag veranderen via sociale maatregelen dan op uitgaven via dure overheids-campagnes. (op dreef nu) Wist je dat we op Malta na het slechtste OESO-land zijn wat betreft ‘vermijdbare gezondheidsschade door te weinig beweging’? Tijdens COVID-19 maakten we echter de grootste inhaal-beweging van alle Europese landen. Waarom? Omdat we toen enkel mochten fietsen en wandelen …” 

Starten in eigen huis

Hoe zal een en ander concreet in zijn werk gaan met het Brussels Universitair Gezondheidshuis? Sonia: “Met gezondheids-promotie willen we mensen die gezond zijn, gezond houden. Meestal gaan mensen hun gewoonten pas aanpassen na ziekte of kanker, wij willen mensen gezond houden en ook mensen die niet gezond leven maar nog niet ziek zijn op het gezonde pad krijgen. We gaan, als pilootproject, starten met de eigen medewerkers van ons ziekenhuis en hen gedurende minstens één jaar volgen. Na een jaar hopen we dan een objectieve verbetering te zien van een aantal lichaamsfuncties die we op voorhand bepalen. Dat moet dan resulteren in minder ziektedagen, werkverzuim, etc. Een gezonde medewerker is vaak een gelukkige medewerker.” 

“Na de onboarding starten we met een digitale vragenlijst over hun levensstijl, nadien volgt een sportmedische keuring, onderzoek naar lichaamssamenstelling, een inspanningstest, maar we meten ook het energieverbruik naar voeding toe én het psychosociaal welzijn. Via bloedanalyse in het labo gaan we biomerkers identificeren die diabetes, cardiovasculaire of andere gezondheidsproblemen kunnen voorspellen. We doen ook een microbioomanalyse, dat is een analyse van de stoelgang waarbij we de samenstelling van de darmflora bekijken. Tot slot kijken we bij de DNA-analyse naar polymorfismen, dat zijn varianten in ons DNA die veel voorkomen en die een indicatie kunnen geven naar bijvoorbeeld aller-gieën. Op basis van al die parameters kunnen we een levensstijladvies geven. Hiervoor willen we samenwerken met een extern bedrijf dat een app heeft ontwikkeld die de patiënt kan opvolgen en stimuleren om meer te sporten, de voeding aan te passen enzovoort.”

Zo’n preventieverhaal vanuit een universitaire ziekenhuisomgeving klinkt fantastisch, maar dit is sowieso geen goedkoop plaatje, zeker als je dit op termijn breder wil invoeren in de maatschappij. Sonia: “Als er vanuit het RIZIV geen terugbetaling kan komen, kan er misschien wel een opening gecreëerd worden via de ziekenfondsen en verzekeraars, zeker als we evidence based kunnen aantonen dat preventie loont. Destijds hebben we zelf als ziekenhuis zwaar ingezet op de NIPT, de niet-invasieve prenatale test die nu als screeningstest voor alle zwangere vrouwen wordt terugbetaald en onder andere het risico op een kind met het Downsyndroom inschat. We hebben daar ook het voortouw genomen, lang voor het terugbetaald werd. Maar het klopt, als de patiënt dit preventieverhaal helemaal zelf zal moeten betalen, blijven we steken in een soort luxegeneeskunde, en dat is niet waar wij voor staan”, besluit de innovatiemanager. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

5 innovatiedomeinen, talloze toepassingen­

UZ Brussel onderscheidt vijf innovatie-domeinen: medische technologie (medtech), biotechnologie (biotech), datatechnologie (datatech), digitale technologie (digitech) en zorgprocessen. Vele projecten zijn ook een combo van deze domeinen. In het piloot-project Brussels Universitair Gezondheidshuis domineert het innovatiedomein zorgprocessen, maar zijn ook alle andere domeinen betrokken. Innovatie-manager Sonia Van Dooren: “Het einddoel is steeds om de patiënten beter te behandelen, of om de precisie van de
behandeling te vergroten. Onder medtech hebben we bij medische beeldvorming nu revolutionaire CT-scans die veel sneller en scherpere beelden geven met minder straling, waardoor er minder contrast-vloeistof moet gebruikt worden. Een 4D CT-scan beweegt dan weer over de patiënt, waardoor die niet met op een tafel hoeft. Ons hartmapping navigatiesysteem laat dan weer toe om hartritme-stoornissen snel te identificeren en er meteen de nodige behandeling aan te koppelen.” Ook in robotica zijn de mogelijkheden legio, bij labo-robotica, in digitale OK’s maar evengoed bij revalidatie. “We werken hiervoor nauw samen met Brubotics van VUB. Een exoskeleton op de rug kan mensen opnieuw beter leren stappen.”

Sonia is ook manager van het interuniver-sitair (VUB-ULB) genomics platform BRIGHTcore in biotech. “Hier doen we onder andere DNA-analyses op delen van tot op het volledige genoom in drie domeinen: genetica, kankeronderzoek en microbiologie. We focussen onder meer op erfelijke, genetische aandoeningen en tumoren, waarbij we sneller tot een diagnose of een betere therapie willen komen. In de toekomst willen we evolueren naar een farmacogenetisch paspoort zodat de apotheker je kan zeggen welke medicatie je al dan niet kan nemen. Gepersonaliseerde geneeskunde, zeg maar.” 

Even gepersonaliseerd is immuuntherapie. “Daar gaan we de eigen cellen van een patiënt isoleren en wapenen om kankercellen te kunnen aanvallen en/of om het immuunsysteem beter te wapenen. Want kankercellen zijn cellen die de ‘boodschap’ hebben gekregen dat ze ongebreideld kunnen groeien, waardoor ze tumoren ontwikkelen.” In het domein van digitech kan je via een slimme camera in een ziekenhuiskamer accuraat aan valdetectie doen.  Of een kind dat wekelijks een prikje moet, krijgt een VR-bril met een leuk filmpje om de aandacht van de prik af te leiden enzovoort. “In onze zorgprocessen vermelden we graag onze hightech zieken-wagen, die state-of-the-art is uitgerust voor een transport van een kritieke patiënt van een tweedelijnsziekenhuis naar ons, waarbij de artsen in realtime op de hoogte blijven.”

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je graag op de hoogte blijven van het laatste nieuws bij
Dag v/d Zorg? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief.