Bij de Brusselse kinderopvang Elmer is
élk kind welkom

Door te investeren in laagdrempelige en kwalitatieve kinderopvang waar ieder kind welkom is, wil Elmer het welzijn, de maatschappelijke kansen en de participatie van Brusselse gezinnen verhogen. Om dat te realiseren, hecht de vzw veel belang aan diversiteit en het geloof in de positieve groeikansen van elk individu. Vanuit die visie kiest Elmer er ook bewust voor om extra aandacht te besteden aan kinderen met een specifieke zorgbehoefte. InMotion sprak met inclusiecoach Sonja Cassiman.

Haar naam ontleent de vzw aan het bekende olifantje uit de prentenboeken van David McKee. Elmer is een unieke gevlekte olifant die veel liever grijs zou zijn, net als alle andere olifanten. Gaandeweg ontdekt hij dat het ook fijn kan zijn om anders te zijn. Deze naam werd niet toevallig gekozen, want de kinderdagverblijven van Elmer zijn – net als het figuurtje van McKee – veelkleurig en divers. 

“Er is niet één specifieke reden waarom we zo bewust inzetten op inclusie”, vertelt Sonja Cassiman, die als inclusiecoach de vier opvanglocaties ondersteunt bij hun inclusieve werking. “Enerzijds brengt deze manier van werken veel kansen en mogelijkheden met zich mee, anderzijds vinden we het vanuit onze visie een evidentie om ook kansen te bieden aan kinderen met specifieke zorgnoden. Ons doelpubliek is zeer divers, het zou vreemd zijn om een groep die het net heel hard nodig heeft daar niet in op te nemen. Bovendien zien we het niet alleen als een verrijking voor hen, maar als een verrijking voor de hele werking. Want een goede basiskwaliteit is een voorwaarde om aan inclusieve kinder-opvang te doen. 

Daarnaast werken we heel wijkgebonden. Elmer heeft vestigingen in Schaarbeek, Anderlecht, Molenbeek en Stad Brussel. We zitten dus verspreid over het hele gewest, waardoor ouders van kinderen met specifieke zorgbehoeften geen ellenlange afstanden moeten afleggen om een geschikte opvang te vinden. Deze gezinnen staan sowieso al onder extra stress omdat ze vaak veel medische afspraken hebben, omdat ze bezorgd zijn over de toekomst van hun kind, omdat de zorg thuis ook heel wat van hen vraagt … Bovendien zorgen we er op deze manier voor dat zij een netwerk in hun eigen buurt kunnen uitbouwen. Ook daar helpen we hen bij.”

De kracht van kinderen

“Kinderen leren ontzettend veel van elkaar, of ze nu wel of geen extra zorgbehoeften hebben. Daar zit volgens mij een enorme kracht in. Ik denk dat wij, de volwassenen van vandaag, ons vaak wat ongemakkelijk voelen en niet goed weten hoe we ons moeten gedragen wanneer we geconfronteerd worden met iemand die – op eender welke manier – afwijkt van de norm. We weten niet goed of we net wel of net niet moeten kijken, of en hoe we vragen moeten en mogen stellen over iemands beperking … 

Door inclusief te werken, zorgen we ervoor dat heel wat Brusselse kinderen van jongs af aan opgroeien met deze groep. En dat is natuurlijk het mooie van jonge kinderen, want zij maken geen onderscheid tussen kinderen met en zonder specifieke zorg-noden. Zij zorgen allemaal voor elkaar en doen dat automatisch. Als we bijvoorbeeld kinderen in de leefgroep hebben die zich niet zelfstandig kunnen verplaatsen, brengen anderen uit zichzelf speelgoed naar hen om er vervolgens samen mee te spelen. Het is enorm mooi om te zien wat die interacties teweegbrengen.”

Centrum voor Inclusie

Als inclusiecoach begeleidt Sonja niet alleen de kinderdagverblijven van Elmer zelf, maar ook andere Brusselse kinderdagverblijven en buitenschoolse opvanginitiatieven die kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften opvangen. Naast haar rol als buurtwerking, fungeert Elmer immers ook als Centrum voor Inclusieve Kinderopvang (CIK). Vlaanderen en Brussel tellen in totaal zestien CIK’s die binnen hun regio zelf kinderen opvangen, gezinnen in contact brengen met externe zorgaanbieders en ondersteuning bieden aan opvangvoorzieningen die een of meer kinderen met specifieke zorgen (willen) opvangen.

“Mijn collega Morgane, die pedagogisch begeleider inclusie is, en ik staan in voor de ondersteuning van de Brusselse regio, die ruim honderd Nederlandstalige kinderdagverblijven en een achttal initiatieven voor buitenschoolse opvang telt. Daarvan kiezen er vandaag zeker 35 voor om heel bewust open te staan voor inclusieve opvang. Naast gerichte ondersteuning op vraag van de opvangvoorzieningen zelf, proberen we eigenlijk alle Brussel opvanginitiatieven te sensibiliseren en warm te maken voor de opvang van kinderen met specifieke zorgnoden”, legt Sonja uit.

“Dat is zeker niet evident, want het is algemeen geweten dat onze sector kampt met heel wat personeelstekort. Hoewel inclusieve opvang heel wat kansen met zich meebrengt, zorgt het natuurlijk ook voor uitdagingen en vraagt het extra inzet van de begeleiders. Ik begrijp dan ook dat sommige kinderopvang-initiatieven vandaag de dag niet in dat inclusieve verhaal willen stappen uit angst dat het een negatieve impact zou hebben op hun werking. 

Daar speelt Morgane ook een belangrijke rol in: als pedagogisch begeleider staat zij af en toe mee op de werkvloer. Op die manier ziet en hoort ze de besognes van medewerkers in de opvang en kan ze daar ook meteen op inspelen. We zoeken steeds samen met de opvang naar de meest gepaste oplossingen en methodieken. Er is heel wat beschikbaar, maar als je daar niet in thuis bent, zie je door de bomen het bos niet meer.”

“Kinderen leren ontzettend veel van elkaar, of ze nu wel
of geen extra zorgbehoeften hebben”

Niet enkel binnen de opvang

“Ook voor ouders van kinderen met specifieke zorgnoden is het niet altijd even makkelijk om te weten welke hulp er zoal beschikbaar is en waar ze die kunnen vinden. Hen proberen we eveneens te begeleiden bij het vinden van de beste ondersteuning voor hun kind. Zo brengen we hen indien nodig in contact met externe zorg-verstrekkers zoals een thuisbegeleidingsdienst, een logopedist, een kinesist, een psycholoog of psychiater … Daarbij kijken we niet alleen naar de noden van het kind zelf, maar ook naar die van de ouders of eventuele broertjes en zusjes. 

Bij kinderen met extra zorgbehoeften zijn we ook heel flexibel in de leeftijd waarop ze de opvang moeten verlaten. Waar andere kinderen ten laatste wanneer ze drie worden naar school moeten, bieden we hen de kans om nog wat verder te groeien alvorens ze de overstap maken. We zien vaak dat kinderen die als baby veel gezondheids-problemen en ziekenhuisopnames hadden, openbloeien rond de leeftijd van twee à drie jaar. Zij ontwikkelden zich tot dan vaak wat trager, dus zou het vreemd zijn om te verwachten dat zij plots een gigantische inhaalbeweging gaan maken. 

Vaak kunnen we de overstap naar de kleuterklas voor hen een stuk makkelijker maken door hen pakweg enkele maanden langer naar de kinderopvang te laten komen. Het lijkt me dan ook niet meer dan logisch dat we die optie openhouden als we er zo voor zorgen dat een kind sterker in zijn schoenen staat en zich beter in zijn vel voelt op school. Daarnaast hebben we ook kinderen met zwaardere zorgbehoeften die uiteindelijk doorstromen naar het buiten-gewoon basisonderwijs. Daar zijn de wachtlijsten vaak lang en de plaatsen beperkt. Als we kunnen vermijden dat een kind een jaar lang thuis moet zitten omdat er nog geen plek is op school, dan doen we dat.”

De onmisbare rol van KINDERBEGELEIDERS

“Ook wanneer er een vermoeden is dat een kind baat zou hebben bij extra ondersteuning, proberen we te helpen. Soms komen ouders daar zelf mee naar ons, maar vaak zijn het de kinderbegeleiders die zoiets het eerst opmerken. Dat is niet zo vreemd, want zij hebben veel ervaring, zorgen dag in dag uit voor kinderen van dezelfde leeftijd en kennen ‘hun’ kinderen uiteraard bijzonder goed. Het is niet zo dat we dan meteen een diagnose op een kind gaan plakken; we willen vooral kijken hoe en waar we hen – al dan niet tijdelijk – extra kunnen ondersteunen. In sommige gevallen blijkt later dat een kind inderdaad een onderliggende problematiek heeft, maar in veel gevallen volstaan kleine, korte ingrepen. Net door tijdig in te grijpen, kunnen we in heel wat situaties zwaardere interventies voorkomen.

Voor begeleiders is het ook niet altijd vanzelfsprekend om een kind met extra zorgnoden op te vangen. Vooral medewerkers die pas gestart zijn, vinden dat best wel spannend. Ze voelen zich vaak onzeker en zijn bang dat ze het kind niet kunnen bieden wat het nodig heeft. Die onzekerheid proberen we een stukje weg te nemen door elke nieuwe begeleider een korte opleiding rond inclusie te geven en door het team telkens zo goed mogelijk voor te bereiden wanneer er een nieuw kind met een specifieke zorgbehoefte naar de opvang komt. 

Ook wanneer een kind gestart is in de opvang, blijven we natuurlijk beschikbaar voor alle (hulp)vragen van begeleiders en zijn er regelmatige overlegmomenten met hen, de pedagogisch teamverantwoorde-lijken en de vestigingsverantwoordelijken. Op die manier is iedereen steeds op de hoogte en kunnen we elke betrokkene zo goed mogelijk ondersteunen.”

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je graag op de hoogte blijven van het laatste nieuws bij
Dag v/d Zorg? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief.