“Hier zijn de structuren ondergeschikt aan de ondersteuning van kinderen en jongeren”

Hendrik Delaruelle keert terug naar het werkveld met ergotherapeute Stefanie

We bevinden ons in het landelijke Landegem, waar Hendrik Delaruelle, algemeen directeur van het Vlaams Welzijnsverbond, een halve dag gaat meedraaien op de campus van Ten Dries. Daar kunnen kinderen, jongeren en adolescenten met een motorische en/of een meervoudige beperking van 1 tot 21 jaar terecht voor onderwijs, begeleiding en  therapie.

Bij aankomst in Ten Dries staat ergotherapeute Stefanie Pesant al klaar om ons mee op pad te nemen. Nog geen vijf minuten later heeft Hendrik zijn mouwen al opgestroopt – letterlijk en figuurlijk, want we maken kennis met de immer vrolijke Diethe in de warme aankleedruimte van het zwembad. Diethe heeft ten gevolge van een genetische mutatie op het ATAD3-gen een motorische beperking. Om zich te bewegen en te verplaatsen, heeft ze hulp nodig van anderen. Ze vertelt enthousiast dat ze vandaag onder water geweest is. Wanneer Hendrik vraagt of hij haar mag helpen bij het aankleden, krijgt hij een volmondige ja als antwoord. “Duidelijk niet de eerste keer dat je dat doet”, merkt Stefanie op. “Dat klopt”, zegt Hendrik. “Ik heb zelf een diploma als orthopedagoog. Ik heb jaren gewerkt als opvoeder en vrijwilliger bij kinderen en volwassenen met zowel motorische als verstandelijke beperkingen. Daarnaast ben ik ook papa van drie kinderen en opa van vier kleinkinderen.”

Eens Diethe klaar is, draagt Hendrik haar naar haar rolwagen. “Ik ben nu al enorm onder de indruk van de geïntegreerde werking hier”, merkt hij op. “Ik zie een opvoedster, een leerkracht, een kinesiste en een ergotherapeute die allemaal fantastisch samenwerken om het de kinderen zo comfortabel als mogelijk te maken.”

Tijd voor een pauze

Tijd om samen naar de klas van juf Beatrijs te gaan, waar er verse soep wacht op Diethe. En ook op Hendrik en Stefanie wacht er verse soep in de personeelsruimte. Daar is er ook meteen tijd voor wat diepgaandere gesprekken. “Hoewel ik mijn job nu heel graag doe, besef ik hier wel dubbel zo hard hoezeer ik het werken met de cliënten mis. Het vrijwilligerswerk dat ik als zestienjarige heb gedaan in een voorziening voor mensen met een beperking, heeft uiteindelijk mijn leven bepaald. Ik heb er mijn vrouw leren kennen, besloten wat ik zou gaan studeren, en er mijn hele carrière rond gewerkt”, vertelt Hendrik. “Ik vind dat elke jongere eigenlijk zo’n ervaring in zorg- en welzijn zou moeten meemaken. En dan heb ik het niet over enkele uren meedraaien zoals ik vandaag doe, maar minstens twee weken. Natuurlijk zal niet elke jongere daarna ook effectief naar de sector trekken en dat hoeft ook niet. Maar ik ben er wél van overtuigd dat het veel meer jonge mensen kan warm maken voor een job in zorg en welzijn. Los daarvan is het sowieso een enorm verrijkende ervaring die hen zal bijblijven voor de rest van hun leven. En het zorgt uiteraard ook voor meer respect voor het beroep.” 

“Hoewel ik mijn job nu heel graag doe, besef ik hier wel dubbel zo hard hoezeer ik het werken met de cliënten mis.” – Hendrik Delaruelle

We worden vergezeld door Hanna Van Coster, die in Ten Dries aan de slag is als clustercoach. “Sinds een vijftal jaar hanteert Ten Dries een vlakke organisatiestructuur met multidisciplinaire teams die zelforganiserend werken. Om dat in goede banen te leiden, zijn er clusters gevormd. Elke cluster omvat een groep leerlingen, met een vast team medewerkers. Deze clusters worden inhoudelijk ondersteund door een orthopedagoog en een clustercoach. Waar de orthopedagoog eerder inzet op het kindgerichte, ondersteun ik de teams in hun ontwikkelproces en hun groei naar zelforganisatie. Het gevolg van die manier van werken zie je niet enkel bij de medewerkers. We kunnen ook veel cliëntgerichter aan de slag.”

Hendrik is het daar volmondig mee eens. “Het was me al snel duidelijk dat de zorg voor en de ondersteuning aan de kinderen primeert. De structuren zijn daaraan onder-geschikt. Dat is de dag van vandaag nog steeds geen evidente keuze als organisatie, maar wel dé essentie van een geïntegreerde werking. Daar moeten we binnen zorg en welzijn massaal naartoe evolueren.” 

“Het afstemmen tussen het denken vanuit clusters en de verschillende expertisegroepen blijft een voortdurende evenwichts-oefening”, zegt Stefanie. “Toch merken we dat onze manier van werken en denken meer continuïteit biedt aan de kinderen. De clusters geven ons de mogelijkheid om kinderen enkele jaren door dezelfde mensen te laten omringen. En dat is ontzettend waardevol. Zowel voor de kinderen en hun ouders als voor ons.”

Naar de klas

Na de pauze gaan Stefanie en Hendrik opnieuw naar de klas van juf Beatrijs.
“Heb je zin om te tonen hoe goed jij met de computer kan werken?”, vraagt Stefanie aan Diethe, die luidop schaterend ja zegt. Met een speciale houder monteert
Hendrik een tablet op de rolwagen. Juf Beatrijs toont Diethe foto’s van haar klasgenootjes, en vraagt haar om hun naam te selecteren op haar scherm. “Diethe bedient haar computer met haar ogen”, legt Stefanie uit. “We kijken altijd naar wat het beste werkt voor elk kind. Sommigen bedienen de tablet rechtstreeks, bij anderen fungeert hun rolstoelwerkblad als touchpad, nog anderen gebruiken hun mond … Momenteel zit Diethe in een manuele rolstoel, maar ze heeft ook een elektrisch exemplaar met een joystick dat ze helemaal zelfstandig kan bedienen met haar handen. Dat vraagt echter best wat inspanning, dus gebruiken we die niet de hele dag.”

Een andere oefening die Diethe krijgt, is om haar eigen haarkleur te beschrijven met ‘gewone’ kleuren. Geel en bruin, besluit ze. Het haar van Stefanie? Dat is uiteraard oranje. En Hendrik? Grijs en wit. “Wrijf het er maar in”, reageert hij lachend.

Diethe kan haar computer niet enkel gebruiken om te communiceren, ze kan er ook mee naar muziek luisteren, spelletjes op spelen en foto’s en filmpjes bekijken van haar vorige school. “Aangezien het bedienen van de tablet veel concentratie vergt, merk je na een tiental minuten wel dat het tijd wordt om af te ronden”, zegt Stefanie.

“Sinds een vijftal jaar hanteert Ten Dries een vlakke organisatiestructuur met multidisciplinaire teams die zelforganiserend werken.” – Hanna Van Coster

Op zoek naar Nael

We laten Diethe achter bij juf Beatrijs en zwaaien de klas gedag om op zoek te gaan naar de vijfjarige Nael, een jongen met een motorische beperking. Maar hem vinden blijkt makkelijker gezegd dan gedaan, want de klas lijkt spoorloos. “Het is een uitzonderlijk mooie septemberdag, dus wellicht zijn zij even een spontane wandeling gaan maken”, zegt Stefanie. “Maar dat biedt ons een ideaal moment om even een kijkje te gaan nemen in de leefgroepen.”

Ten Dries werkt heel vraaggestuurd: kinderen en jongeren kunnen er enkel naar school gaan maar ze kunnen er ook 7 op 7 ondersteund worden. Daarom is er een groot aanbod van sport- en vrijetijds-activiteiten op maat, therapeutische ondersteuning en een weekend- en vakantiewerking. Ook kinderen die in het reguliere onderwijs naar school gaan kunnen in Ten Dries terecht voor mobiele en ambulante begeleiding.

Wanneer we terug in het schoolgebouw komen, weet een collega van Stefanie ons te vertellen dat de klas van Nael op de nabij-gelegen manege is voor hippotherapie. Daar maken we kennis met Laurens, coördinator van Dennenhof, en Kim, hippotherapeute.
“Niet alleen de kinderen hebben nu middagpauze”, zegt Kim. “Ook de paarden hebben er nood aan om even buiten rond te lopen met elkaar. Het werk dat ze hier doen is immers ook heel intens voor hen.”

Etenstijd

En daar is eindelijk de klas van juf Els met Nael. Hendrik rijdt hem terug naar Ten Dries, waar Nael een plekje aan tafel krijgt en Hendrik hem een slabber aantrekt. “De kinderen eten in twee groepen”, vertelt Stefanie. “Anders zou het te druk worden.”

“Ik zie dat ook hier weer het volledige team wordt ingezet om de kinderen te helpen bij het eten geven, los van hun functie”, zegt Hendrik bewonderend. “Doen jullie dat altijd en is dat al lang zo?”, vraagt hij aan een collega van Stefanie. “Al zo lang als ik het me kan herinneren”, antwoordt Valerie D’hoker. “En ik werk hier al 27 jaar. Maar we zien de laatste jaren wel een grote toename in de zorgzwaarte van de kinderen bij ons in Ten Dries. Momenteel hebben bijna alle aanwezige kleuters intensieve hulp nodig bij het eten. We hebben heel wat kinderen met slikproblemen, dus iedereen die mee eten geeft, heeft een opleiding gekregen om de kinderen op de comfortabele en veilige manier te begeleiden bij het eten en drinken.”

Ook Nael heeft slikproblemen en eet volledig gemixt. Vandaag staan er vol-au-vent, kroketten en sojascheuten op het menu. “Een bijzonder flinke eter”, merkt Hendrik op. “Maar wie zou er niét blij zijn met vol-au-vent en kroketten?”

“Door te werken in clusters hebben we de mogelijkheid om kinderen enkele jaren door dezelfde mensen te laten omringen. En dat is ontzettend waardevol. Zowel voor de kinderen en hun ouders als voor ons.” – Stefanie Pesant

Tot ziens, Ten Dries

Na het eten is het tijd voor een dutje en nemen we niet alleen afscheid van Nael maar ook van Ten Dries. Directeur Rianne Welvaarts komt nog even langs om ons uit te zwaaien. “Mag ik je ontzettend feliciteren met deze prachtige werking?”, vraagt Hendrik haar. “Ik ben meer dan onder de indruk van de warme sfeer en collegialiteit die hier heerst, altijd met de kinderen op de eerste plaats.”

“Dat mag zeker”, glimlacht Rianne. “Al heb ik natuurlijk erg veel te danken aan mijn voorganger en aan alle medewerkers die zich dag in dag uit inzetten voor onze cliënten. Deze organisatie mogen leiden is een hele eer.” Rianne nam zelf pas enkele maanden geleden de fakkel over van Luc Goossens, die mee aan de wieg stond van de geïntegreerde werking waarvan we vandaag het resultaat konden zien.

“We mogen in Vlaanderen trots zijn op de ondersteuning van mensen met een beperking. Zeer professioneel en tegelijk zeer menselijk. Toch zijn de uitdagingen niet min. Als je op de wachtlijst staat, heb je een groot probleem. En door het jarenlang niet indexeren van de werkingsmiddelen wordt het vergunde zorgaanbieders moeilijk gemaakt. Er wordt aan één kant wel geïnvesteerd in zorg en welzijn, maar tegelijkertijd ook veel bespaard. De sector moet op beide punten perspectief krijgen.” – Hendrik Delaruelle

Hendrik Delaruelle, 
algemeen directeur Vlaams Welzijnsverbond
  • Studeerde orthopedagogiek.
  • Werkte als vrijwilliger, opvoeder en orthopedagoog.
  • Was 9 jaar sectorverantwoordelijke welzijn bij de organisatie Broeders van Liefde en is sinds 2015 directeur van het Vlaams Welzijnsverbond.
  • Woont in Melle met zijn partner.
Stefanie Pesant,
ergotherapeut bij Ten Dries
  • Studeerde ergotherapie.
  • Werkt al vijftien jaar in Ten Dries, sinds ze afstudeerde.
  • Woont in Evergem met haar partner en hun twee kinderen.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je graag op de hoogte blijven van het laatste nieuws bij
Dag v/d Zorg? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief.