“Thuisverpleegkunde zal nog meer gespecialiseerd  worden”

Minister Vandenbroucke rijdt mee met thuisverpleegkundige Anima

Een thuisverpleegkundige in vijf trefwoorden: stressbestendig, nieuwsgierig, leergierig, rijvaardig en sociaal. Anima, aan de slag bij zorgorganisatie i-mens, kan ze alle vijf afvinken. Dat kon ook Frank Vandenbroucke, federaal minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, met eigen ogen zien. “Deze job is zo divers.” 

Frank Vandenbroucke arriveert een uur later dan voorzien na een vergadering die uitliep, Anima popelt dan ook om aan haar ‘ronde’ te beginnen in Ternat, Asse en Kobbegem. “Ik heb speciaal mijn auto proper gemaakt”, lacht ze. Op haar avondronde staan 13 patiënten op het programma, deze morgen deed ze er al 23. “Ik doe steeds dubbele shiften.” De minister vergezelt haar op zes bezoekjes.
Nadat hij getooid is met een verpleegkundige schort, neemt hij plaats in de passagierszetel van de i-mens-auto. Er ontspint zich meteen een geanimeerde dialoog tussen Anima en de minister. “Meer dan twintig jaar geleden ben ik al eens met een thuis-verpleegkundige meegegaan. Ondertussen is de wereld natuurlijk fel veranderd. Twintig jaar geleden zijn we ook begonnen met een meer systematische begeleiding van patiënten met diabetes. Anima, jij volgde een opleiding rond diabetes, niet?”

Anima: “Dat klopt, u bent goed ingelicht.” 

Frank: “De groep van diabetespatiënten is alleen maar gegroeid de voorbije twintig jaar, we staan voor heel grote uitdagingen.”

Anima: “Als diabeteseducator gaan we diabetespatiënten thuis informeren. We leren hen ook om zelf inspuitingen te geven zodat ze niet dagelijks een thuisverpleegkundige nodig hebben.”

Frank: “Wat heeft je gemotiveerd om die opleiding te volgen?”

Anima: “Diabetes is zo wijdverspreid, ik vond het interessant om mij daarin echt te verdiepen. Er komen steeds nieuwe innovaties waardoor we in de toekomst hopelijk minder hoeven te prikken om de glycemie (suikergehalte in het bloed, red.) te meten. We geven ook advies rond levensstijl, maar de focus ligt op de technische taken.” 

Elke dag anders

Het is 16 uur, de avondspits trekt zich op gang. Het wordt snel duidelijk dat je als thuisverpleegkundige ook maar beter de vaardigheden van een taxichauffeur onder de knie hebt: veilig maar assertief rijden, obstakels tijdig inschatten, in een vingerknip parkeren. “Soms is het verkeer een extra uitdaging, gelukkig kennen we elk weggetje hier.” 

’s Morgens doet Anima ‘het toilet’ van de patiënten: mensen wassen, helpen aankleden, windels en steunkousen aandoen, maar ook wondverzorging en insuline-spuitjes geven. “’s Avonds moeten de steunkousen weer uit, doen we pyjama’s aan, geven we opnieuw spuitjes …” 

Wie denkt dat deze job ooit routineus wordt, slaat de bal mis. “Elke dag is onvoorspelbaar. Soms raak je zelfs niet binnen omdat er iemand gevallen is. Dan moet je beginnen rondbellen om aan een sleutel te geraken.” 

Na een kwartiertje arriveren we bij de eerste patiënt, Hilda, die uitkijkt naar het bezoek van de minister. Een fauteuil verspert de toegang tot de trap en bovenverdieping, haar bed staat beneden in de living. “We moeten hier enkel de pyjama aandoen, maar misschien wil ze niet, want ze wou zich ‘opkleden’ voor jou”, lacht Anima net voor we binnengaan. Dit soort taken zou tijdens de avondronde perfect kunnen gedaan worden door een verzorgende.
“Hoe gaat het, mevrouw?”, vraagt de minister meteen. “Goed, maar sorry dat ik niet goed kan spreken, ik heb zes jaar geleden een hersenbloeding gekregen.”
Vandenbroucke assisteert met het uitkleden, even later zit de tachtigplusser in haar nachtjapon. “Ik heb je deze morgen al op de radio gehoord”, zegt ze pienter. Ze wil ook nog kwijt dat ze met slechts 50 euro per week moet rondkomen, via een bewindvoerder.
“Daar kan ik jammer genoeg niet in tussenkomen’, antwoordt hij begripvol. “Maar het is inderdaad niet simpel, met 50 euro per week. En toch blijf je sympathiek lachen.” “Dat kan ik inderdaad nog goed”, lacht ze. “Dag mijnheer de minister.” 

“Elke dag is onvoorspelbaar als thuisverpleegkundige. Soms geraak je zelfs het huis niet binnen als er iemand gevallen is.” – Anima

“Ik heb me verdiept in diabetes en ben nu educator. Dankzij nieuwe innovaties hoeven we in de toekomst hopelijk minder te prikken.” – Anima

Haast en SPOED …

Eenzaamheid is ook een ziekte van deze tijd. Je voelt dat Hilda snakt naar wat meer bezoek, warmte ook. “Soms vragen we ons wel af waarom er niemand langskomt, maar wij kennen natuurlijk de familiale voorgeschiedenis van onze patiënten niet in detail”, vertelt Anima. “We helpen ook jongeren, na een ongeval of bij kanker, maar we zien vooral oude mensen. Soms zijn we hun enige aanspreekpunt op een hele dag. Ze zijn altijd blij als ze ons zien komen. Vooral ‘s morgens hebben we heel weinig tijd om met de mensen te praten. Veel hangt ook af van het verkeer, denk aan wegen-werken of files. Dat is inderdaad jammer.”

In thuisverpleging moet het vooruit gaan. Annelies Tuyls, expert thuisverpleging i-mens, legt uit waarom: “Thuisverpleegkunde kent een prestatiegerichte financiering; Wij factureren via een derdebetalerssyteem aan de mutualiteiten; het bedrag per prestatie is een resultaat van onderhandelingen tussen mutualiteiten en het RIZIV. Op een ochtendronde doet een thuisverpleegkundige zo’n twintig patiënten. Indien het bedrag van de nomenclatuur al wat zou aangepast worden aan de indexering van de lonen en de stijgende brandstofprijzen, dan zouden we al iets meer centen krijgen voor de prestaties die we leveren.”

Er is ook een groot tekort aan goede verpleegkundigen. “Hen zoeken, vinden en houden is een grote opdracht”, weet Annelies. “Het gebeurt dat wij patiënten die na een ziekenhuisopname thuis extra zorg nodig hebben, moeten teleurstellen omdat we niemand vinden. Dat zijn schrijnende situaties. Dan contacteren we diensten van andere thuiszorgorganisaties om die zorg toch te kunnen bieden. Vanuit i-mens proberen we steeds een passende oplossing aan te reiken, samenwerken met zelfstandige verpleegkundigen in wat wij een hybridemodel noemen, is meer en meer aan de orde.”

Kan de politiek reddingsboeien uitgooien? Vandenbroucke wikt zijn woorden:
“Verpleegkundigen die zich moeten haasten van de ene naar de andere patiënt, dat is niet goed. We zouden willen dat er meer tijd is per patiënt, maar we moeten niet enkel zorgen voor meer geld – in de verdeling van geld in de federale begroting is  gezondheidszorg een topprioriteit voor mij –, maar ook voor meer verpleegkundigen. Dé vraag van de nabije toekomst is: hoe kunnen we op de meest efficiënte manier samenwerken rond de patiënt met de huisarts, specialist, verpleegkundige, psycholoog, zorgkundige, waarbij iedereen dat doet waarvoor hij is opgeleid.”

Anima: “De mensen willen natuurlijk dat we langer blijven, maar die tijd is er niet. Als thuisverpleegkundigen hebben we wel ook een doorverwijsfunctie. Als we merken
dat er extra hulp nodig is, kunnen we doorverwijzen naar andere thuiszorg-diensten. Bij palliatieve mensen werken we samen met Omega, een thuisequipe voor palliatieve zorg, die o.a. pijnpompjes geeft. Bij een depressie verwijzen we door naar een psycholoog. En regelmatig is er multidisciplinair overleg met de hoofd-verpleegkundige, huisarts, kinesist …”
“Dat hoor ik graag. We willen trouwens meer investeren in geestelijke gezondheidszorg in de eerste lijn, via psychologen die goedkoop beschikbaar zijn”, vult de minister aan.

Chemo aan huis

Ondertussen zijn we bij Marie-Louise. Haar steunkousen moeten uit. “Laten we elk een been doen”, stelt Anima voor. “Trek maar goed, mijnheer de minister”, zegt Marie-Louise. Even later is de klus al geklaard.
“De meiskes die ons verzorgen, zijn allemaal vriendelijk”, zegt ze spontaan.

Nog geen vijf minuten later zijn we al in het huis van Michaël. Een wonde op zijn buik ettert al een paar weken en heeft dagelijkse zorg nodig. “Ik heb er gelukkig helemaal geen last van”, zegt Michaël, terwijl hij zich neervlijt in de sofa.
“Ik ben op stage”, glimlacht de minister, die hier enkel kan toekijken. Anima ontsmet de wonde, doet er zalf op en brengt vingervlug een verband aan.
“Hij had ook een snee van een operatie”, merkt de minister nadien op.
“Klopt”, antwoordt Anima. “De meeste wondes ontstaan door verwaarlozing. Zeker de oudere generatie gaat niet snel naar de dokter. Per ronde hebben we minstens 4 à 5 keer wondzorg.”

Nieuwe patiënten komen bij i-mens vooral via huisartsen,  ziekenhuizen en ziekenfondsen. “Thuisverpleegkunde wordt meer gespecialiseerd”, zegt de minister. “Ziekenhuisopnames worden korter en korter. Ziekenhuizen verwachten dat er in de toekomst thuis steeds meer vrij gespecialiseerde zorg geboden wordt, maar ook therapieën zoals chemo. Er lopen nu proefprojecten rond thuishospitalisatie. Dat betekent dat thuisverpleegkundigen steeds meer bijscholingen zullen volgen.”

“We hebben in ons team ondertussen al wondzorgreferenten (specialisten, red.), palliatief referenten en diabetesreferenten. Zo proberen we elk team binnen i-mens te versterken. Bijscholingen houden je alert”, vertelt Anima, terwijl we bij Suzanne en Louis aanbellen. Bij haar moeten de steunkousen uit – de minister is ondertussen gerodeerd –  bij hem wordt de glycemie gemeten en insuline toegediend. Vooral Suzanne is rad van tong. “De maskes hebben weinig tijd, maar ze luisteren als je iets vraagt.”
“Je benen zien er nog goed uit”, complimenteert Vandenbroucke de kranige vrouw. Ondertussen prikt Anima met een prik-apparaatje in de vinger van Louis, waarbij een druppel bloed vrij komt. Deze houdt ze tegen een teststrip aan. Na een paar seconden verschijnt op het schermpje van de bloedglucosemeter een getal in mmol/l. “Jouw glycemie is 126, dat valt goed mee.” Nadien krijgt hij zijn insulinespuit.

“Het komende jaar wil ik echt inzetten op thuis­hospitalisatie, en daar heb je ook gemotiveerde verpleegkundigen voor nodig.” – Frank Vandenbroucke

Hetzelfde tafereel voltrekt zich in het pittoreske Kobbegem, de thuishaven van Albert. Ook hij is een diabetespatiënt. Nadat zijn glycemie is gemeten – het prikken verloopt wat moeizaam, er komt nauwelijks bloed uit zijn vinger – en insulinespuitje toegediend, wil hij nog een extra inspuiting met incretines. Incretines zijn darmhormonen die in staat zijn om de glycemie te doen dalen, zonder dat er een risico is op hypoglykemie.  Anima: “Obese mensen gebruiken ze echter ook om sneller te vermageren, daarom zijn ze nu heel schaars.”

“Ik heb nog geen Alzheimer hè”, antwoordt Albert, maar volgens Anima heeft hij de  incretine-spuit deze voormiddag al gekregen. Ze dubbelcheckt via haar tablet waarin de zorgplanning van alle patiënten wordt geregistreerd en krijgt de bevestiging dat in de ochtend de inspuiting reeds werd toegediend.

“Wat is het moeilijkste aan jouw job?”, vraagt Vandenbroucke nog aan Anima. “Geen idee, eigenlijk. Ik doe mijn job supergraag, we mogen steeds meer nieuwe technieken aanleren en toepassen, zoals gespecialiseerde wondzorg of chemo’s thuis afkoppelen die patiënten in het ziekenhuis aangeprikt kregen. Velen denken bij thuisverpleging vooral aan ‘het toilet doen’, maar we kunnen en mogen veel meer.”

“Super, jullie zijn echt een belangrijk deel van de verzorging en dat zal nog meer zo worden”, weet de minister. “In de toekomst hopen we dat chemo- of antibioticakuren thuis kunnen plaats-vinden. Mensen moeten het zelf ook willen, maar thuishospitalisatie kan een stuk aangenamer zijn voor henzelf; voor de gezondheidszorg is het een stuk goedkoper, want je moet niet de hele ‘hotelkost’ van een ziekenhuis voorzien. Het komende jaar wil ik echt inzetten op die thuishospitalisatie, en daar heb je gemotiveerde huisartsen en verpleeg-kundigen voor nodig. En hartelijk bedankt Anima, ik vond het heel tof en leerrijk.”

“Mag ik nog een selfie met jou?”, lacht ze, waarna hij spontaan poseert.

Of beleidsmakers dit soort werkveld-bezoeken niet meer zouden moeten doen, werpen we hem nog toe. “Zeker en vast. Het is vaak waardevoller dan een zoveelste vergadering”, zegt hij fijntjes. En weg is ie, terug naar een zoveelste…meeting.

Anima Vanderstraeten,
thuisverpleegkundige bij iMens
  • Studeerde af als verpleegkundige aan Erasmushogeschool in Brussel.
  • Zeven jaar aan de slag als voltijds thuisverpleegkundige bij i-mens. “In een ziekenhuis werken is niets voor mij. Ik ben graag buiten, hou enorm van het afwisselende werk en kan heel autonoom werken.” 
  • Volgde heel wat extra opleidingen, o.a. over afkoppelen van chemo. Is ook
    diabetes-educator. 
  • Promoveerde net tot praktijkmentor. “Ik doe nog ‘baanwerk’, maar volg ook de verschillende rondes op van onze equipe op vlak van o.a. volgorde van patiënten rekening houdend met prioriteiten en woonplaats, nazicht van de patiëntendossiers …”
Frank Vandenbroucke,
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
  • 2020 – nu: vice-eersteminister en federaal minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.
  • 2015 – 2020: professor aan de Universiteit van Amsterdam.
  • 2012 – 2020: professor aan de Universiteit van Antwerpen (20%), Faculteit Sociale en Politieke Wetenschappen.
  • 2012 – 2015: professor aan de KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen.
  • 1994 – 2009: o.a. vice-eersteminister, minister van Buitenlandse Zaken, Werk en Pensioenen.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je graag op de hoogte blijven van het laatste nieuws bij
Dag v/d Zorg? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief.