“Velen weten niet dat de job van zorgkundige
zo afwisselend is” 

Candice De Windt vormt een geoliede tandem met zorgkundige Esperance

Van krulspelden indraaien over bedden opmaken tot soep bedelen, Candice De Windt, Vlaams Zorgambassadeur, draaide een voormiddag mee met zorgkundige Esperance Mutula in woonzorgcentrum Molenkouter. “We moeten stoppen met deze job te onderwaarderen”, zegt Candice De Windt.

Candice De Windt, sinds dit voorjaar de nieuwe Vlaamse Zorgambassadeur, arriveert met een aanstekelijk enthousiasme in Woonzorgcentrum Molenkouter in het Oost-Vlaamse Wichelen, waar we al even hartelijk ontvangen worden door directrice Els Meuleman en Freia De Boeck. “We hebben heel wat taken voor Candice in petto”, steekt Freia De Boeck, afdelingshoofd van een open afdeling, meteen van wal. Candice assisteert vandaag Esperance, een zorgkundige die op de open afdeling ‘Potjesweg’ aan de slag is. Haar ochtendshift, die deze morgen om 6.45 uur begon met ochtendzorg (de bewoners wassen met complete nazorg en bed-opschik), is volop aan de gang, in de badkamer is bewoonster Lizette net uit het hoog-laagbad getild met de passieve tillift en in een draagdoek in de badstoel geplaatst, waarna Esperance vakkundig een wondje aan haar voet inspecteert en samen met de verpleegkundige verzorgt. Candice helpt haar mee aankleden. “Privacy en respect voor iemands lichamelijke integriteit vind ik essentieel, dat willen we zelf toch ook later?”, zegt Candice kordaat.

Ze merkt op dat deze badkamer ietwat klein uitvalt. “WZC is in 2015 uitgebreid met een nieuwbouw van 36 kamers voor bewoners met dementie, maar deze kamers dateren nog van 25 jaar terug. In de toekomst gaan we ook deze vleugel onder handen nemen”, antwoordt Freia. 

“Onze bewoners helpen met groenten snijden en balletjes rollen. Het stimuleert hun fijne motoriek.” – Esperance Mutula

De zorgkundigen van Molenkouter hebben onlangs een opleiding afgerond voor vijf extra ‘handelingen’. Daardoor mogen ze nu in opdracht van verpleegkundigen o.a. ook subcutane inspuitingen geven, bloedverdunners toedienen en het suikergehalte meten van diabetici. “Ik vind dit een goede evolutie”, vertelt Candice. “Maar nog belangrijker is dat al die zorgkundigen,
verpleegkundigen, logistieke medewerkers en poetshulpen samen als één team nadenken hoe ze de bewoners zo goed mogelijk kunnen verzorgen en hen ook zo veel mogelijk betrekken. Zelfs m/v met een dementieproblematiek kan je nog betrekken via kleine taken waardoor hun eigenwaarde toeneemt. Waarom doen we dat niet vaker?” 

Krulspelden indraaien, een kunst

“Heb je zin om mee de haren van Lizette in te draaien met krulspelden?”, vraagt Esperance na de badzorg. In dit woonzorgcentrum doen zorgkundigen dit voor elke bewoner die dit wil. Arbeidsintensief, maar wel een mooi wellnessmoment.
“Ik heb dit in de vingers moeten krijgen”, lacht Esperance. “Zoiets leer je niet in de opleiding tot zorgkundige”, waarna ze met spelend gemak de krulspelden in de haren draait.

“Candice, ik weet niet of je daar handeling voor hebt”, vraagt Freia. “Ik vrees er een beetje voor”, lacht Candice, waarna ze moedig een poging onderneemt. Martha, de ‘buurvrouw’, komt een kijkje nemen. “Zijn ze jou aan het mooi maken, Lizette?”

Al snel volgt een nieuwe uitdaging: een bed opmaken volgens de regels van de kunst. “Kijk, dit is een alternatingmatras of wisseldrukmatras met verschillende luchtcompartimenten om doorligwonden te voorkomen”, zegt Esperance. Net als het bad zijn ook de bedden verstelbaar, om ergonomisch te werken. 

“Maak ik het bed op met een ‘verpleegkundige hoek’ of niet”, vraagt Candice. “Dat herinner ik me nog uit mijn eerste jaar verpleegkundige, het aanleren van de ‘befaamde hoek’.”
Nadat de ‘hoek is gemaakt’, legt ze netjes de sprei over de lakens. “Dat ging vlotjes”, haalt Candice opgelucht adem. 

De vuile lakens gaan naar een externe wasserij. Opvallend: iedereen draagt hier dezelfde witte kledij, zonder onderscheid naar functietitel. “Ik kom ook in woonzorgcentra waar ze helemaal geen uniformen meer dragen”, merkt Candice fijntjes op, “om een extra huiselijke sfeer te creëren. Dan focus je nog meer op wonen en iets minder op zorg.”

Rust roest

Opeens schalt Herman Van Veen door de gangen. “Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast.”
Dit is het startsein voor de stapronde op het gelijkvloers, onder auspiciën van kinesist Peter Mannaert en twee ergotherapeuten. Hij geeft maar liefst 31 – soms pittige – oefeningen aan de senioren. “Wat heb ik dit gemist tijdens de COVID-periode”, zucht hij. “Het is zo belangrijk dat ze blijven bewegen.”

“Als zorgkundige bouw je een band op met de ouderen. Je kan die laatste levensfase écht mee de moeite waard maken.” – Candice De Windt,Vlaams Zorgambassadeur

Candice ondersteunt een vrouw. Het valt op hoe spontaan ze de bewoners aanraakt en hoe kalm ze blijft. Zeker bij mensen met dementie is geduld een schone deugd. Gejaagdheid zet je heel snel over.

In dit woonzorgcentrum loopt net de expo Dementie in beweging, naar aanleiding van Werelddag Dementie. Bewegen traint niet enkel de spieren, ook het geheugen en het concentratievermogen. “We doen aan zitdansen, stoelenyoga, petanque … Bewoners mochten ook hun favoriete topsporter kiezen en werden nadien gefotografeerd in dezelfde tenue.”

Twee elektrische duofietsen springen in het oog. Soms doen zorgkundigen en/of ergotherapeuten een ritje met een van de bewoners, ook mantelzorgers, familieleden of gedreven vrijwilligers kunnen de fiets ‘ontlenen’ voor een ritje. Candice test de fiets alvast met bewoner Tony. “Ik ben al blij dat ze niet tegen een paaltje gereden is”, zegt hij nadien kurkdroog. 

Vers eten, home made

Ondertussen is Esperance op de tweede verdieping al gestart met het bedelen van de soep. De meesten eten hier zelfstandig, al dan niet met ergonomisch bestek met extra brede handgrepen, sommigen krijgen wat hulp. Vandaag staat de klassieker tomatensoep met balletjes op het menu. De bewoners helpen met groenten snijden en balletjes rollen. “Het stimuleert hun fijne motoriek en prikkelt alle zintuigen”, weet Esperance. “En het verhoogt hun zelfredzaamheid.” Bij Molenkouter zijn ze heel fier op hun eigen, verse keuken. “Elk kwartaal is er een bewonersraad, waarbij het eten met stip één van de hoofdthema’s is”, weet Freia. “Vele woonzorgcentra werken samen met externe cateraars, maar wij maken alles zelf.” 

Na de lunch is er een pauzemoment voor Esperance, die jobfierheid uitstraalt. “Als je warmte geeft, krijg je die terug”, zegt ze. “Ik hou zo van het huiselijke gevoel hier. Die toffe sfeer maakt je werk in zekere zin lichter. Als iedereen humeurig rondloopt, krijg je meer stress. Natuurlijk is ons werk fysiek zwaar en soms zijn we met te weinig personeel. Dan durf ik ’s avonds nog piekeren, zeker als je de dag nadien met interimkrachten moet samenwerken. Zij kennen het huis niet. Je moet ze enorm ondersteunen én je eigen werk doen. Niet alle bewoners zijn ook even geduldig, dan zeg ik rustig dat ze even moeten wachten. Ik kan goed onder druk werken, tot op een bepaald niveau.”

“Als je warmte geeft, krijg je die terug. Een toffe sfeer maakt je werk in zekere zin lichter.” – Esperance Mutula, zorgkundige

Onlangs stierf Fernanda, met wie ze bijzonder goed overeenkwam. “Ik noemde haar zelfs moeke en ben naar de begrafenis gegaan, ik had een goede band met de familie. Mijn bewoners hoeven mij niet graag te zien, maar wederzijds basisrespect is cruciaal.”  

Doorgroeikansen bij de vleet

Elk jaar stromen in woonzorgcentrum Molenkouter verschillende zorgkundigen door tot verpleegkundige. Die zorgkundigen moeten natuurlijk vervangen worden. Soms gebeurt dat intern, bijvoorbeeld vanuit de poetshulp, keuken of buitendienst, maar alle woonzorgcentra ‘vissen’ al in een lege vijver. “Sommigen keren ook terug naar ons”, weet Freia De Boeck.

Het komt er ook op aan om zorgkundigen te blijven motiveren door ze te engageren in werkgroepen en hun voldoende verantwoordelijkheid te geven in hun taken en sterktes. “We werken met tilliften en genummerde tildoeken in de badkamer. Maak iemand daar ‘eigenaar’ van. Elke dag is er ook een briefing over de bewoners en elke maand is er een teamvergadering om de teamdynamiek te evalueren. Elke zorgkundige kan dagelijks terecht bij zijn afdelingshoofd. En jaarlijks krijgen de teams een budget waarmee ze zelf een teambuilding mogen organiseren.” 

Het middaguur lonkt. Candice, zelf ooit gestart als verpleegkundige, neemt afscheid van Esperance en maakt de bilan op. “Ik besef eens te meer hoe gevarieerd deze job is. Het is zoveel meer dan ‘de was en de plas doen’. Elke dag is anders en een tikkeltje onvoorspelbaar, want elke bewoner vraagt op een andere manier aandacht of zoekt op een andere manier contact. In een algemeen ziekenhuis zijn die contacten veel kort-stondiger, hier bouw je een band op met de ouderen. Dat maakt het emotioneel wat meer beladen, maar je kan die laatste levens-fase écht mee de moeite waard maken.”

Candice wil nog één boodschap kwijt, aan studenten, politici, media, de hele publieke opinie. “We zetten veel te weinig in de picture dat de kans op doorgroeien in deze sector heel groot is, zowel horizontaal als verticaal. Proef van de sector, zeg ik altijd tegen de studenten. Je hoeft niet je ganse leven in hetzelfde ziekenhuis of woonzorg-centrum te blijven, maar blijf wel in de sector (lacht). We moeten ook stoppen met deze job te onderwaarderen. We creëren zelf vaak een verkeerde beeldvorming waardoor we niet uit die vicieuze cirkel geraken. In coronatijd zag je dat de twee pijlers van onze maatschappij onderwijs en zorg zijn. We moeten dus zelf zorgen voor die positieve beeldvorming en we moeten nog meer trajecten op maat aanbieden aan al wie goesting heeft om in de zorg te komen werken.”

Esperance Mutula,
zorgkundige in  WZC Molenkouter 
  • Studeerde voor verpleeg-kundige, maar voltooide die studie niet. Verwierf nadien diploma in human resources management, vond geen vaste job en keerde terug naar de zorg als zorgkundige. 
  • Woonde en werkte eerst in Brussel in een woonzorg-centrum en psychiatrisch dagcentrum.
  • Werkt ruim zeven jaar in WZC Molenkouter (110 kamers) en woont in het Oost-Vlaamse Berlare.
  • Franstalig, maar leerde Nederlands op eigen houtje. “Vooral door veel boeken te lezen en met mijn kinderen te praten. Als ik het lokaal dialect niet
    versta, zeg ik: ‘Dit is Chinees, zeg het in het Nederlands (lacht).”
Candice De Windt,
Vlaams Zorgambassadeur
  • Studeerde af als verpleeg-kundige en startte haar loopbaan bij OLV Aalst op de afdeling nefrologie.
  • Werkte zes jaar in PC Zoete Nood Gods Lede als stafmedewerker.
  • Maakte carrière bij hogeschool Odisee, o.a. als directeur Onderwijs en Onderzoek. 
  • Van augustus 2020 tot februari 2022 was ze raadgever hoger onderwijs op het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts.
  • Sinds 1 maart 2022 is ze de nieuwe Vlaamse Zorgambassadeur. 

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je graag op de hoogte blijven van het laatste nieuws bij
Dag v/d Zorg? Schrijf je dan in op onze nieuwsbrief.