“Wij doen eigenlijk echt het schoonste werk
dat er is”
In kleine K, het psychiatrische dagziekenhuis voor kinderen van nul tot zes jaar binnen het UPC KU Leuven op campus Gasthuisberg, staan Binu Singh en Karen Thijs elke dag met liefde aan de zijde van ouders en hun jonge kinderen. Hun missie? Ouders en kinderen (terug) in hun kracht plaatsen met zorg op maat en multidisciplinaire begeleiding. Verbinding vormt de kern van de unieke aanpak bij kleine K, waar zorg niet alleen wordt verleend, maar ook wordt geleefd. Hier is het niet alleen een kwestie van symptomen verlichten; het gaat om het creëren van een veilige omgeving waarin kinderen en ouders samen kunnen groeien en ontwikkelen.
Toen kinder- en jeugdpsychiater Binu Singh in 2016 kleine K oprichtte, klopte ze al snel aan bij orthopedagoge Karen Thijs. En dat herinnert Karen zich nog als de dag van gisteren. “Toen Binu me vertelde over haar plannen en zei dat ze me goed zou kunnen gebruiken als trajectbegeleider in kleine K, had ik daar nogal mijn twijfels over. Ik was gewend om met oudere kinderen te werken en dat was ook echt mijn ding. Het idee om met baby’s en peuters te werken, voelde niet als mijn roeping”, zegt ze. “Bovendien was ik onzeker of ik wel de juiste vaardig-heden had om hen te helpen, omdat het heel anders is dan werken met pubers.”
Maar haar mening veranderde toen een familielid vertelde dat haar zoontje plots stopte met eten. “Dit kindje was een vrolijke baby, maar ineens weigerde hij elke vorm van eten. Tijdens een afscheidsetentje van een collega zat ik naast Binu aan tafel en vertelde ik haar terloops over de situatie. Zij zei: ‘Als hij zijn mond niet opendoet, gaat hij daar een goede reden voor hebben. Moest je met mij meegaan naar kleine K, zijn dat het soort dingen waar je rond kan werken hé.’ De dag erop besloot ik de sprong te wagen. En die baby die niet meer wou eten? Die bleek uiteindelijk een fructose-intolerantie te hebben. Hij had dus effectief een goede reden.”
“Bij kleine K ontdekte ik dat baby’s wél mijn ding zijn. Ik haal ontzettend veel voldoening uit het werken met jonge kinderen en hun gezinnen. Het maakt me gelukkig om te zien hoe ouders zich ontwikkelen en weer in contact komen met hun kinderen”, aldus Karen. “Maar dat wist ik al voor ze bij ons team kwam”, glimlacht Binu. “De dragende bedding van verbinding die ze samen met mijn team neerzet, zorgt ervoor dat zowel de ouders als de baby’s zich veilig en gesteund voelen. Ze kunnen dan zakken en rust vinden, wat een onmisbaar element is in ons werk. En het is die verbindingskracht die bijdraagt aan een omgeving waarin mensen zich durven openstellen voor verandering en groei.”
De eerste duizend dagen
“In kleine K richten we ons op kinderen van nul tot zes jaar, een belangrijke fase waarin veel groei en ontwikkeling plaatsvindt”, vertelt Binu. “Het gaat momenteel vaak over de eerste duizend dagen – en terecht, want die zijn ontzettend belangrijk – maar eigenlijk zijn ook de jaren daarna cruciaal. Het is verbazingwekkend hoe snel kinderen zich in die eerste zeven levensjaren ontwikkelen. In deze periode worden veel van de belangrijke verbindingen in de hersenen gelegd; onder andere de basis voor ons sociaal-emotioneel welzijn later. Het belang van deze levensfase valt dus nauwelijks te overschatten.”
“Tegelijk moeten we vermijden dat we mensen een schuldgevoel aanpraten. Want de druk op jonge ouders is zo al groot genoeg: voltijds gaan werken, intussen verbouwen, vriendschappen onderhouden en dan ook nog eens de perfecte ouder zijn … Je zou voor minder stress krijgen. We leven in een maatschappij die veel van ouders verwacht, en soms vergeten we dat opvoeden al bijna een fulltime job op zich is. Net daarom is het essentieel dat we de ouders een ‘village’ bieden waarin ze zich erkend en gesteund voelen; en dat is precies wat we bij kleine K doen. Door naast hen te gaan staan, hen te empoweren en daarbij de nodige tools te geven om de ontwikkeling van hun kinderen te ondersteunen, dragen we ons steentje bij aan een gezondere maatschappij.”
“Verbinding is de sleutel tot onze aanpak. We willen niet alleen het kind of
de ouder zien, maar de relatie tussen beiden.”
Binu Singh
“We merken ook dat mensen zich schamen wanneer opvoeden niet vanzelf gaat”, valt Karen haar bij. “Daardoor wachten ouders vaak erg lang alvorens ze durven toegeven dat het niet langer lukt zonder professionele hulp. Ze merken pas dat ze niet alleen zijn in hun worstelingen wanneer ze bij ons in contact komen met andere ouders die soortgelijke problemen ervaren.”
“Veel ouders botsen ook tegen onbegrip en oordelen”, zegt Binu nog. “Onze samenleving mag groeien in haar liefde en steun naar jonge kinderen en hun gezinnen. Dat begint met het erkennen van de ervaringen en gevoelens van ouders en noden van jonge kinderen. Door dat te doen, creëren we een warme omgeving waarin ouders zich gesteund voelen en kinderen krijgen wat ze nodig hebben.”
Preventie: je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen
De focus van kleine K ligt op preventieve zorg. “De kinderen die bij ons terecht-komen, hebben vooral regulatie-problemen, waarbij lichamelijke en psychosociale factoren op elkaar inspelen. Door vroeg-tijdig in te grijpen en de juiste ondersteuning te bieden, kunnen we veel problemen in de toekomst voor-komen en zo heel wat onnodig leed besparen”, legt Binu uit. “Net omdat baby’s zo snel ontwikkelen op zo’n korte tijd, is de window of opportunity zo groot. Hoe vroeger de interventie, hoe efficiënter en hoe korter de opname. Vergelijk het met een brand: je wacht ook niet met blussen tot de vlammen uit het dak slaan.”
“Als je een baby leert reguleren, dan is dat zo schoon om te zien”, voegt Karen toe. “Want je voorkomt dat je met pubers moet gaan werken die al hun hele leven een bepaalde manier van omgaan met emoties hebben ontwikkeld. Dat is een van de redenen waarom we ons zo sterk richten op die vroege interventies. We willen dat kinderen de kans krijgen om zich goed te ontwikkelen, zodat ze een stevige basis hebben voor hun verdere leven. Het is veel gemakkelijker om met kleine problemen om te gaan dan met grote.”
Het team van kleine K probeert niet alleen de symptomen van problemen aan te pakken, maar ook de wortels ervan. “Daarom gaan we niet alleen aan de slag met de kinderen, maar ook met de ouders, de kinderopvang en de bredere context. Want het zijn zij die uiteindelijk in staat moeten zijn om die veilige basis voor hun baby te creëren”, zegt Karen. “Het heeft geen zin dat wij alles overnemen en mensen dan naar huis sturen zonder verdere inzichten of handvaten. In de negen jaar dat ik hier werk, heb ik misschien twee keer een kindje van een ouder overgepakt omdat ik het schadelijk vond. Alle andere keren stond ik – eerst letterlijk en daarna figuurlijk – naast de ouder en begeleidde ik hen bij hoe ze zichzelf en zo ook hun baby konden helpen reguleren. Als we ouders de ondersteuning bieden die ze nodig hebben, ontvangen kinderen die uiteindelijk ook.”
Alles begint bij verbinding
“Wij zien veel ouders die op de rand staan van een parentale burn-out door de zorg die hun kind vraagt”, merkt Binu op. “Het gaat bijvoorbeeld om ernstige slaapproblemen die niet voorbijgaan met de basale adviezen. Deze problemen zijn meestal complex. Ik zeg dan aan ouders: als de oplossing simpel was, had je ze al gevonden. Laten we samen de tijd nemen om het probleem te begrijpen.”
“We zeggen wel eens dat de mensen die bij ons komen aankloppen echt een patent hebben op vermoeidheid”, vult Karen aan. “Ik hoef allicht niet te vertellen dat uitputting het moeilijk kan maken om de juiste zorg te bieden. Hoe vermoeider je bent, hoe moeilijker het is om je eigen emoties onder controle te krijgen, laat staan die van je kindje. Een vicieuze cirkel dus. En dat is waar onze rol als zorgverlener echt van belang is.”
Ze herinnert zich een moeder die erg overweldigd was en bij kleine K aankwam in totale wanhoop. “Wat wij meteen merkten, was dat deze mama totaal niet meer in staat was om contact te maken met haar kindje. Dat is vaak het geval wanneer het bij een baby zo moeizaam loopt. We hebben haar geholpen om weer tot verbinding te komen. Geleidelijk aan vonden ze samen hun weg. Het herstelproces begint met het herstellen van die verbinding.”
“Verbinding is de sleutel tot onze aanpak”, vertelt Binu. “We willen niet alleen het kind of de ouder zien, maar ook de relatie tussen beiden. We zien onszelf als een brug tussen ouders en kinderen. Door die verbinding te versterken, kan het juiste weer vanzelf gebeuren. We willen dat ouders zich gesteund voelen in hun rol en dat ze begrijpen dat ze ook een actieve rol spelen in het herstelproces. De verbinding met hen is net zo belangrijk als de verbinding met het kind. Daarom komen ouders in een traject ook één dag per week naar kleine K zonder kind. Dat klinkt misschien vreemd, maar we merken dat het heel belangrijk is om even de volledige aandacht op henzelf te richten. Ouders en jonge kinderen zijn als communicerende vaten; als het goed gaat met de ene, dan gaat het ook beter met de andere.”
“Dit werk geeft ons veel voldoening omdat we weten dat we echt een verschil
maken in het leven van de gezinnen die we begeleiden.”
Karen Thijs
“Als ik de ruimte binnenkom, merk ik dat ouders en kinderen zich op hun gemak voelen”, gaat Karen verder. “Dat is de kracht van verbinding. Het is een gevoel dat we regelmatig terugkrijgen van ouders. Ze zeggen ons dat ze zich veilig voelen, en dat is cruciaal voor hun herstelproces. Als ouders weer in hun kracht komen, verbetert ook de verbinding met hun kind. Het is een cyclisch proces. Hoe meer we investeren in de ouder, hoe meer dat ten goede komt aan het kind.”
Verbindingskracht als fundament voor de zorg
In hun aanpak proberen Binu en Karen ook om de handen in elkaar te slaan met andere zorg-verleners en instanties. “Wij kunnen niet alles alleen doen. Het is belangrijk dat we samenwerken met huisartsen, kinder-opvangcentra en andere hulpverleners”, benadrukt Binu. “Alleen dan kunnen we de best mogelijke zorg bieden die de hele context van het gezin omvat. Dit najaar bied ik voor het eerst een opleiding aan over verbindingskracht voor hulpverleners. In deze training wil ik onderstrepen hoe essentieel het is om als zorgverlener in verbinding te staan met jezelf, je cliënten en je omgeving. Dit heeft een directe invloed op de kwaliteit van de zorg die we bieden. Als je verbindingskracht ruimte geeft, kun je je richten op wat er gebeurt, in plaats van wat er zou moeten gebeuren. Frictie verschuift dan naar flow waardoor je minder hard moet werken en toch meer tevredenheid en resultaat kan boeken.”
Binu benadrukt dat er nog veel te winnen valt in hoe we omgaan met kinderen tijdens medische procedures: “In de somatische zorg zien we geregeld dat kinderen niet altijd op de juiste manier worden benaderd. Veel kinderen komen bij ons met medische trauma’s door eerdere ingrepen en zijn bang om te slapen, te eten of aangeraakt te worden. We gaan dan regelmatig mee om te ondersteunen dat ingrepen zo goed mogelijk verlopen voor hen. Het is fantastisch om te zien wat een mooi werk artsen en verpleegkundigen leveren als we samen aandacht hebben voor de psychosociale noden van het kind. Want als je contact maakt met een baby en bijvoorbeeld uitlegt wat er gaat gebeuren, haar tijd geeft, en de ouder ondersteunt om rust en vertrouwen te bieden, zie je al een wereld van verschil. Het lijkt vanzelfsprekend, maar veel kinderen worden gewoon vastgepakt onder het mom van dat het dan snel voorbij is.”
“En het gaat dan om kleine dingen hé”, valt Karen haar bij. “Als een kind borstvoeding krijgt of op een vertrouwd iemands schoot kan zitten tijdens het prikken, heeft dat een enorme impact. Ik moet denken aan een gezin dat we onlangs begeleidden. Hun dochtertje had op de intensive care gelegen en de ouders mochten daar niet binnen. Sindsdien wou dat meisje enkel nog rechtop zittend in de armen van haar mama of papa slapen. Dat was de enige manier waarop zij zich veilig voelde. Dat ouders soms niet bij hun kinderen mogen blijven in het ziekenhuis,begrijp ik echt niet. Als een kind meer veiligheid ervaart door de nabijheid van vertrouwde volwassenen, heeft het minder stress, is er minder pijnstilling nodig en geneest het sneller. Er is zoveel onderzoek dat dit bevestigt, en toch moeten we blijven vechten om die verbinding mogelijk te maken.”
Veel voldoening
Ook binnen het team van kleine K speelt onderling contact een belangrijke rol. “Wanneer wij als team in verbinding staan, zijn we beter in staat om elkaar te ondersteunen. We hebben bijvoorbeeld de gewoonte om aan het begin en het einde van een shift even bij elkaar in te checken. En dat gaat verder dan louter debriefen. Het geeft ons de mogelijkheid om te delen wat we nodig hebben, waar we misschien hulp bij nodig hebben, en wat bepaalde situaties met ons doen. Dit zorgt ervoor dat we ons bewust blijven van onze eigen behoeften en die van onze collega’s, wat bijdraagt aan de effectiviteit van ons werk”, legt Karen uit.
En de impact van dat werk is groot. “Het is ongelooflijk om te zien hoe gezinnen transformeren”, gaat Karen verder. “We zien ouders weer opbloeien en kinderen die zich ontwikkelen op een manier die ze anders niet zouden hebben gedaan. Dit werk geeft ons veel voldoening omdat we weten dat we echt een verschil maken in hun leven. Mensen vertellen ons, zelfs jaren later nog, hoeveel we voor hen betekend hebben. Zo vertelde een moeder me dat ze soms haar ogen even sluit en dan nog steeds mijn hand tussen haar schouderbladen voelt, en hoe dat haar helpt om tot rust te komen. Dat is zo mooi om te horen, dat onze begeleiding echt een blijvende impact heeft.”
“Een van de mooiste resultaten van ons werk is wanneer we zien dat een baby na een traject bij kleine K in staat is om zich uit te drukken en zijn of haar behoeften te communiceren, in combinatie met ouders die deze signalen correct kunnen interpreteren en erop kunnen inspelen”, zegt Binu. “Het is een eer om vanop de eerste rij te mogen zien hoe ouders en kinderen elkaar hervinden en in verbinding weer samen op weg gaan.”
“Wij doen eigenlijk echt het schoonste werk dat er is”, besluit Karen met een enorme glimlach. Binu voegt eraan toe: “Moest ik de lotto winnen, ik zou het nog altijd doen.”
‘Versterk je verbindingskracht’ is een praktijk-gericht verdiepingstraject voor professionals uit de sociale en (geestelijke) gezondheidssector en onderwijs dat bestaat uit 3 tweedaagse modules en 3 online meetings. Meer weten? drbinusingh.com/verbindingskracht